Wij van Stoppen met Vlees kwamen het slachthuis helaas nog niet binnen. Ruth kwam wel een slachthuis binnen en vertelde ons precies wat ze zag en voelde toen ze daar was. Door de ogen van Ruth konden we toch een gevoel krijgen van hoe het eraan toe gaat in een slachthuis. Dit artikel is voor iedereen; of je nu gestopt bent met het eten van vlees of af en toe nog een stukje eet. Het is enorm belangrijk om te weten hoe het eraan toe gaat in de slachthuizen. Want biologisch of niet; ieder dier, die opgegeten wordt, komt op dezelfde manier aan z’n einde. Het woord is aan Ruth.
In een slachthuis in Albertisa…
“Ik kan hun geschreeuw al horen… mensen zeggen dat dat gewoon iets is wat ze nu eenmaal doen, maar ik kan je vertellen dat het geschreeuw van vóór en tijdens het proces anders is dan het ‘normale’ geschreeuw van wanneer ze bang of verdrietig zijn. We moeten nog een half uur wachten. De anderen zijn laat en zitten vast in het verkeer. Ik kan de vogels horen zingen, het is een mooie dag. Maar deze plek geeft me rillingen. Ik zie mannen lopen in witte kleding. Ik zie lege pallets en vrachtwagens die staan te wachten op hun lading.
Waarom doe ik dit? In mijn hart weet ik dat ik hier voor hen wil zijn. In mijn hart weet ik dat het juist is om ze mijn rug niet toe te keren en om zo dichtbij te kunnen komen als mogelijk. Ik weet dat dit moeilijk gaat zijn. Ik weet dat dit traumatiserend gaat zijn. Ik weet niet eens of ik dit kan. Maar ik ga het proberen. Mijn partner zegt dat hij waarschijnlijk flauw gaat vallen, dit heeft hij altijd wanneer hij bloed ziet. We zullen zo meteen goed op elkaar moeten letten tijdens de rondleiding.
Waar ik het meeste bang voor ben is de ogen, de angst in hun onschuldige ogen. Ik ben bang om me machteloos te voelen, ik kan ze niet helpen en dat voelt alsof ik ze verraad. Ik probeer me de sfeer voor te stellen; koud, stank, een bloedroodgekleurde vloer, het gillen en het zien van de zielen die wanhopig weg proberen te gaan, vechtend voor hun leven.
Nog 20 minuten… misschien is het maar goed dat de anderen laat zijn. Nu kan ik mezelf een beetje voorbereiden en ik kan alvast nadenken over wat me te wachten staat.
Ik denk dat je nooit echt voorbereid kunt zijn op wat er staat te gebeuren. De zon schijnt op mijn gezicht, terwijl ik in de auto zit. Ik kijk naar buiten. Ik zie ze! Twee. Een auto komt door de ingang rijden gevolgd door een open aanhanger met twee van hen erin.
Ze kijken zo bang. Ik voel een samentrekking in mijn maag. Het is niet eerlijk… Ze zijn waarschijnlijk 5 maanden oud, net als de rest. Onschuldige en intelligente kinderen. Ze kunnen van ver horen en ruiken. Door hun sterke zintuigen zijn erg bewust van hun omgeving.
De vogels zingen nog steeds, best verwarrend, of zelfs manipulerend, want het lijkt alsof alles zo vredig is, terwijl dieren vechten voor hun leven in dit grote witte gebouw, omringd door oude bomen. Ik zie een vrouw in witte kleding. Ze loopt rond en rookt een sigaretje, dus ik denk dat ze pauze heeft. Het is echt een hele mooie dag… maar niet voor iedereen. Ik hoop dat ze snel zullen komen, want dan is het maar voorbij. Is dat egoïstisch van mij?
We zullen nog een paar minuten wachten en dan gaan we samen naar binnen. We zullen niet terug kunnen, maar we zullen er in ieder geval levend vandaan komen, in tegenstelling tot de anderen. Ik kan hun geschreeuw horen, het is het laatste wat ze laten horen.
Mijn partner voelt zich nu beter. Hij zegt dat het voelt alsof hij op een missie is. Ik word meer en meer zenuwachtig naarmate de tijd vordert. Wie weet; misschien zal ik degene zijn die flauwvalt.
‘Wat zeggen de vogels tegen elkaar?’, vraag ik me af. Weten ze wat er hier gebeurt? Het is veel makkelijker om onwetend te zijn van de dingen die om ons heen gebeuren. Maar hoe gaan we de wereld repareren of hoe gaan we elkaar helpen terwijl we niet eens (willen) weten wat er aan de hand is?
Ik huil. Het is bijna 7 uur later. Ik zie nog steeds de beelden voor me van vanochtend. Ik voelde niet veel tijdens de rondleiding, want het was te veel om op dat moment te verwerken. Het was letterlijk alsof ik een nachtmerrie binnenstapte toen de deur openging. Voordat we naar binnen gingen gaf iemand me een zakdoekje om voor m’n neus te houden om de geuren die op ons wachtten af te weren. Bij het openen van de deur liepen we een andere realiteit binnen.
Achter die deur lagen er overal lichaamsdelen. De stank was verschrikkelijk, het zakdoekje hielp niet veel. Dode lichamen die overal hingen en lagen. Een medewerker was bezig om ingewanden uit een lichaam te halen. Een andere medewerker was de lichamen door de helft aan het zagen met een kettingzaag. Weer een ander was het vlees in stukken aan het snijden en ergens anders werd een lichaam verbrand om de haren af te schroeien. Overal was er bloed. Het was een regelrechte horrorscene, een plaats van delict, een door-de-wet-geaccepteerde plek van gestructureerd geweld en massa moorden van onschuldige wezens.
Zo’n beetje aan het einde van de rondleiding, op de ‘killfloor’ zien we waar een dier nog levend binnenkomt. Ze wordt gedwongen om door te lopen, ze krijgt twee elektrische stoten aan de zijkant van haar hoofd en haar benen schoppen. Haar bek beweegt alsof ze wil schreeuwen, maar er is geen geluid. Ze krijgt een ketting om een been en dan wordt ze ondersteboven gehangen aan een kabel die rondgaat door het slachthuis. Dan begint het proces van het ontleden, waar we zojuist getuige van waren.
Via buiten lopen we verder door een open deur, naar een andere kamer. Daar zien we twee varkens die voor het luik naar de ‘killfloor’ staan te wachten. Ze kunnen nauwelijks bewegen, want er is geen ruimte in de wachtrij. Het varken wat vooraan staat staart door de deuropening naar het andere varken wat zojuist gestunned en opgehangen is. Zijn ogen zijn gevuld met angst. Hij ziet en hoort alles wat er gebeurt.
Hij loopt naar achter, zo ver als hij kan, terwijl hij getuige is van de dood van zijn voorgangers. Hij is doodsbang en het enige dat ik kan doen is kijken naar deze horror scene. Hem zien en hem dit aan laten doen. Het varken erachter wendt zijn hoofd af richting de muur. Ik kan zijn ogen niet zien. Hij wil niet zichtbaar zijn, hij wil zich gewoon verstoppen. Ik denk dat ik hetzelfde zou doen.
Dan opent het luik en het varken vooraan moet nu verder naar voren, zijn beurt om de vloer op te lopen, om zelf gedood te worden, nadat hij de anderen hun leven zag verliezen. Dit gaat natuurlijk niet zonder slag of stoot. Hij vecht voor zijn leven! Maar hij maakt geen schijn van kans. Een medewerker staat al achter hem, klaar om hem te porren met een elektrische stok. Er is maar één kant waar het varken naartoe kan lopen. Het volgende slachtoffer staat achter hem, dus hij springt naar voren naar de andere kamer. Met een klap valt het luik valt achter hem dicht. Er is geen weg meer terug….
Een snelle dood bestaat niet. Stel je eens een fractie van de angst en pijn voor die deze dieren ervaren. Na de elektrische schok rolt hij al schoppend over de vloer en krijgt hij een ketting om zijn achterpoot om vervolgens ondersteboven gehangen te worden, gevolgd door verbranding en ontleding.
Nu is het de beurt van het kleintje, het varken die zo bang was dat hij zijn hoofd afwendde. Er is geen tijd en plaats om zich nu te verstoppen. En daar komt de man met de elektrische stok al…
Achter de wachtrij zijn vele hokken te zien met andere nog levende baby varkentjes, wachtend op hun dood. Ze staan strak naast en op elkaar gepakt, zonder ruimte om te bewegen. Ze wachten totdat het hun beurt is om aan te sluiten aan de wachtrij, terwijl ze niet ver daar vandaan de anderen kunnen horen schreeuwen. Het zijn er zo veel en ze wachten al een hele lange tijd zonder ook maar een beetje ruimte op die koude betonnen vloer, zonder voedsel of water, terwijl het schreeuwen van hun soortgenootjes, het geluid van de machines en de geur van bloed niet ophouden.
Ik zal het nooit vergeten, de blik in de ogen van het varkentje vooraan in de rij. Alle varkens zullen op een gegeven moment vooraan staan in deze rij. Maar dit ene varkentje, waarvan ik getuige was, totdat het zijn beurt was om naar de ‘killfloor’ te gaan; ik zag de terror in zijn ogen, ik zag hem kijken naar zijn soortgenoten voor hem, die één voor één gedood werden. Ik zag dat hij de ‘killfloor’ op werd geduwd. Bij zijn elektrocutie schudde zijn lichaam hevig, hij snakte naar adem en toen werd hij ondersteboven gehangen met een ketting om zijn rechter achterpoot. Je weet inmiddels wat er verder gebeurde…
Wie ben ik om toe te kijken en dit te accepteren? Waarom accepteren we dit? Het enige juiste om te doen is schreeuwen en ‘stop’ zeggen en ‘dit kan zo niet!’. Al is het alleen al om deze dieren te redden. Dit is pure onmacht. Maar zijn we nu echt onmachtig? Ik had iets kunnen doen. Ik weet zeker dat ik met geweld weggesleept zou worden en veel meer angst en spanning had veroorzaakt voor de varkens. Maar dan had ik het tenminste geprobeerd… Willen we immers allemaal niet iemand in ons leven die genoeg om je geeft om ten minste te proberen je leven te redden?”
Activism on The Road heeft gedurende 6 maanden door Europa gereisd om animal rights activism workshops te houden en evenementen te organiseren voor The SaveMovement, Anonymous for the Voiceless en DxE. Zo kan men in korte tijd in contact komen met andere vegans/activisten en verschillende vormen van activisme uitproberen. Het doel is om sterke communities op te bouwen omdat je samen veel sneller en grotere resultaten boekt. Ook zorgen ze ervoor dat met nieuwe organisatoren hun werk voortgezet wordt op de plekken waar ze komen. Op deze manier zet Activism on the Road wereldwijd succesvolle chapters op.
Ruth Leysner – Activism on the Road
Bekijk de Facebookpagina van Activism on the Road en lees hier bijvoorbeeld alles over de reis die Shivonne en Ruth dit jaar maakten door Oost Europa.