– Lesley Moffat – Eyes on Animals –
Productiedieren: aan dat woord zal ik nooit wennen. Maar het woord dekt de lading goed. In mijn werk voor Eyes on Animals heb ik duizenden productiedieren in de ogen gekeken: in megastallen, in veewagens, in de rij voor de slacht. Productiedieren worden massaal op de wereld gezet om de vlees- en zuivelhonger van de mens te stillen. Het produceren van vlees en zuivel moet het liefst zo goedkoop mogelijk. En dierenwelzijn, dat kost geld.
Kippen
‘Hoe laad je 24.000 kippen in een paar uur tijd?’, vroeg ik me af toen ik de eerste keer bij het vangen van kippen was. Ik zag kippenvangers vier kippen tegelijk oppakken, aan hun vleugels of poten. Op de kop werden ze in een transportkrat gepropt. Vastgeklemde vleugels of verwondingen: de kippenvanger had er geen oog voor, die moest snel verder om de volgende kippen te vangen. Tijd is geld. Het hoge en felle geluid van de pijn en paniek van de kippen gaat me elke keer door merg en been. Kippenvangers krijgen niet de tijd om de kippen met respect te behandelen. Zo gaat het bijna overal, ook op biologische bedrijven en bedrijven met een welzijnskeurmerk. Tijd is geld. Er is een diervriendelijkere methode waarbij twee kippen tegelijk rechtop onder de borst worden opgepakt. Deze methode duurt drie keer zo lang. En is dus duurder. We geven bij Eyes on Animals trainingen aan kippenvangers om deze methode te leren. Als de consument meer betaalt, kunnen kippenvangers meer tijd nemen. De bedrijven Kipster en Rondeel durven het aan en als de consument het wil volgen er meer.
Kalveren
‘Hoe kan een twee weken oud kalfje zonder moeder, zonder melk?’, vroeg ik me af toen ik voor de eerste keer een kalvertransport volgde. Een vrachtwagen vol kalfjes reed vanuit Litouwen via Polen naar Nederland. Aan boord geen melk, alleen water. Wat de kalfjes ook probeerden, het water kregen ze niet uit de voor hen ongeschikte drinknippels. Ik zag baby’s die hun moeder mistten, de boer laadde toekomstige kalfsrollades. Na een reis van 22 uur kwamen de dieren uitgeput en uitgedroogd aan op een Friese boerderij. De dieren die niet meer konden opstaan werden uit de truck gesleept. Eén kalfje lag meer dood dan levend op een koude roostervloer, zonder stro. Helemaal alleen in een hokje waarin hij zich nauwelijks kon omdraaien. Na 6 tot 11 maanden worden de kalfjes opnieuw op transport gezet, dan naar een slachthuis. Ze sterven niet alleen voor de vleesindustrie, maar ook voor de melkindustrie. Om de melkproductie op gang te houden krijgt een koe veel kalfjes. De stierkalfjes en vrouwelijke kalfjes die over zijn belanden op jonge leeftijd in het slachthuis. Geen kalfsvlees eten is niet genoeg om te massale import en export van deze babydieren te stoppen.
Varkens
‘Hoe overleeft een varken temperaturen van boven de 30 graden?’, vroeg ik me af toen ik tijdens een hittegolf naar een exportplaats voor varkens ging. Varkens kunnen net als honden alleen door hun mond zweten. Ze worden gefokt om snel te groeien en zijn dus ook te dik. Ik zag zeugen hulpeloos naar adem liggen happen. De varkenvlees-industrie ziet liggende braadworsten, ik zag oververhitte dieren. We gaven deze zeugen water om in te liggen voordat ze op transport gingen naar Duitsland en Hongarije. En we gingen in gesprek met slachthuisdirecteuren, die we overhaalden schaduw te creëren, mobiele ventilatoren voor in de vrachtwagens aan te schaffen en de wachttijden bij het slachthuis te verkorten. Even wachten met varkens vervoeren tot de hitte voorbij is is geen optie. De nieuw aangevoerde biggetjes moeten plaats krijgen op de boerderij en de oudere varkens zouden zelfs na een paar extra dagen al te dik worden voor de stal. Elke dag telt in deze mega-industrie.
Kippen zijn niet meer dan aardappelen die in een zak worden gegooid, kalfjes sterven een eenzame en bange dood voordat ze koeien of stieren kunnen worden en een beetje water is alles wat je kunt doen voor een oververhit vetgemest varken. Wie kijkt deze dieren in de ogen? Wie kijkt zichzelf in de ogen? Bij Eyes on Animals overtuigen we vele bedrijven ervan diervriendelijker te werken. Gelukkig staat de industrie hier steeds meer voor open, vooral omdat de consument vraagt om een diervriendelijkere productie. De enige die echt het verschil kan maken is dan ook de consument. Hoe meer de consument wil betalen en hoe minder vlees en zuivel de consument gebruikt, hoe minder slecht het leven van een productiedier.
Lesley Moffat, directeur Eyes on Animals
www.eyesonanimals.com